Loopscholing bij claudicatio intermittens klachten
Bij claudicatio intermittens krijgt u tijdens het lopen pijn, kramp of een doof of moe gevoel in uw been. De klachten kunnen in de voet, de kuit, het dijbeen of de bil optreden. Als u stilstaat verdwijnen de klachten. Loopt u weer verder, dan beginnen de klachten na een zelfde loopafstand opnieuw.
U kunt de bloedtoevoer naar uw benen verbeteren door regelmatig te gaan wandelen. Loopoefeningen zorgen ervoor dat de bloedstroom door de kleinere vaten toeneemt. Geleidelijk ontstaan er 'sluiproutes' die het bloed om de vernauwde vaten heen leiden. Op deze manier worden uw benen weer beter van bloed voorzien. De spieren krijgen meer zuurstof en u heeft minder gauw klachten. Na verloop van tijd kunt u een grotere afstand afleggen voordat de klachten optreden. De fysiotherapeut zal u bij dit proces begeleiden.
Loopscholing bij andere aandoeningen
Door allerlei oorzaken kan het looppatroon verslechterd zijn, bijvoorbeeld na een beenbreuk, bij Parkinson en MS patiënten, bij neurologische problematiek en bij evenwichtsproblemen.
In deze training ligt het accent op het verbeteren van het looppatroon door middel van diverse oefeningen op de loopband en in de sporthal/oefenzaal.
Het verbeteren van het looppatroon vraagt een goede kracht, coördinatie en conditie van het lichaam. Ook de stabiliteit en balans is van belang. In de sporthal/oefenzaal worden allerlei oefeningen gegeven om het looppatroon te verbeteren. Niet alleen het daadwerkelijk lopen is van belang, maar ook het verbeteren van bijvoorbeeld de beenspieren en rug- en buikspieren is noodzakelijk.
Tijdens de training wordt er tevens aandacht besteed aan valtechnieken.